Schepper
In Genesis wordt de God van de Bijbel getoond als de Schepper van alles; van het kleine atoom t/m de gigantische ruimte met zijn miljarden sterrenstelsel. Het zou derhalve ketterij geweest zijn voor een Jood om te denken dat een engel of een ander schepsel Schepper zou zijn. Jesaja zegt zo, dat God (Jaweh) de Schepper is:"Zo zegt de HEERE, de Heilige Israëls, en zijn Formeerder [..] Ik heb de aarde gemaakt en Ik heb de mens daarop geschapen. Ik ben het, Mijn handen hebben de hemel uitgespannen en aan heel zijn sterrenleger geef Ik Mijn bevelen [..] zegt de HEERE van de legermachten.” (Jesaja 45:11a, 12, 13b)Zagen de Apostelen derhalve Jezus als onderdeel van de schepping of als Schepper?:
Het getuigenis van Johannes
Toen de discipelen zich op donkere avonden vergaapten aan de sterren, hebben ze waarschijnlijk niet kunnen dromen, dat de Schepper van die sterren in hun midden was. Maar na Zijn opstanding uit de doden zagen ze Jezus met nieuwe ogen. En nog voor Hij de aarde verliet, begon Jezus hen verborgenheden te ontraadselen over wie Hij was. Johannes denkt aan de woorden van Jezus als hij zijn evangelie begint om te tonen wie Hij is:"In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. .. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen." (Joh 1:1, 3-4)Alhoewel geleerden nu geloven dat het heelal een begin had uit het niets, kunnen ze ons niet vertellen wie er was om alles te beginnen. Johannes onthult dat voor de schepping het Woord er al was en dat het bij God was.
Dus wie of wat is dat vooruit-bestaande Woord? Johannes legt uit waar hij het over heeft: "Het Woord was God".7
Als Jood geloofde Johannes in de Ene God. Maar hij spreekt hier over twee eenheden God en het Woord. De Jehovagetuigen, die leren dat Jezus is geschapen, vertalen deze passage zo, dat het Woord een god was in plaats van de God. Maar Nieuwtestamenticus F.F. Bruce schrijft dat het "het weergeven van de passage als 'een god' een vreselijk verkeerde vertaling is, om het weglaten van de bepaalde lidwoord (de) heel gebruikelijk is bij zelfstandignaamwoorden in een predicatieve constructie”8
Johannes vertelt ons dus, onder de aansturing van de Heilige Geest:
- het "Woord" bestond al voor de schepping
- het "Woord" is de Schepper die alles heeft geschapen
- het "Woord" is God
"En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid." (Joh 1:14)Johannes verwijst hier duidelijk naar Jezus. In één van zijn brieven bevestigt hij nog eens:
"Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens." (1 Joh 1:1).
Johannes vertelt ons dat niets bestaat dat Hij niet gemaakt heeft. Als niets nog bestond behalve hij, volgt daaruit dat Jezus geen schepsel kan zijn. En volgens Johannes is het Woord (Jezus) God.
Kik Hier om verder te lezen over: "Geloofden de Apostelen dat Jezus God was?"