;



Vroege kritiek

Een milde vorm van de gnostische filosofie kwam al in de eerste eeuw op, slechts tientallen jaren na de dood van Jezus. De apostelen deden hun uiterste best in hun leer en geschriften om aan te wijzen dat die gedachten tegenover de waarheid van Jezus stonden, van wie zij de ooggetuigen waren geweest.

Kijk bijvoorbeeld eens naar wat de apostel Johannes schrijft tegen het einde van de eerste eeuw:

“Wie is de leugenaar dan wie loochent, dat Jezus de Christus is? Dit is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent” (1Joh 2:22)
In navolging van de leer van de Apostelen veroordeelden de vroege kerkleiders de Gnostici eenstemmig als een sekte. Kerkvader Irenaeus, die 140 jaar voor het concilie van Nicaea schreef, bevestigde dat de Gnostici door de kerk als ketters waren veroordeeld. Hij wees ook hun “evangeliën” af. En over de vier evangeliën in het Nieuwe Testament zei hij: “Het is niet mogelijk dat de Evangeliën minder of meer in getal zijn dan ze zijn”.2

De theoloog Origines schreef dit in begin 3e eeuw, meer dan 100 jaar voor Nicaea:

Ik ken een zeker evangelie met de naam "Het evangelie naar Thomas" en "Het evangelie naar Matthias" en vele anderen hebben we gelezen – zodat we maar niet "onwetend" gevonden zouden, door diegene die menen iets weten, doordat ze bekend zijn met deze werken. Desniettemin hebben wij onder die allen alleen die goedgekeurd die de kerk heeft erkend, namelijk dat slechts vier evangeliën moeten worden aanvaard”.3

Mysterieuze schrijvers

Bijna elk van die gnostische evangeliën dragen de naam van een persoon uit het Nieuwe Testament: Het evangelie van Filippus, het evangelie van Petrus, van Maria, enzovoorts. Maar zijn ze door hen ook geschreven? Laten we eens kijken.

De gnostische evangeliën dateren allemaal van tussen de 110 en 300 jaar na Christus en geen gelovenswaardige geleerde meent dat er ook maar ééntje is geschreven door diegene wiens naam ze dragen. In het boek De Bibliotheek van Nag Hammadi van James M. Robinson lezen we dat de gnostische evangeliën geschreven zijn door een “los verband van anonieme schrijvers”. 4

Nieuwtestamenticus Norman Geisler schrijft, “De gnostische geschriften zijn niet door de apostelen geschreven, maar door mensen uit de 2e eeuw (en later), door apostolisch gezag voor te wenden, om hun eigen leer te brengen. Vandaag de dag noemen we dit fraude en bedrog”5

Kik Hier om verder te lezen over: "De Gnostische Evangeliën: De echte geschiedenis van Jezus?"