;



Een grote leraar?

Bijna alle geleerden stellen, dat Jezus in elk geval een grote morele leraar is geweest: zijn briljante inzicht in de menselijke moraliteit wordt zelfs onderkend door aanhangers van andere religies. In zijn boek Jezus van Nazareth schrijft de Joodse geleerde Joseph Klausner "Het wordt algemeen aanvaard .. dat Christus de meest zuivere en sublieme ethiek leerde .. die de morele uitgangspunten en gemeenplaatsen van de wijsten onder de antieken ver in de schaduw stelt."1

Jezus' Bergrede is wel het meest hoogstaande leerstuk van menselijke ethiek ooit door een individu uitgesproken genoemd. Veel van wat we vandaag verstaan onder 'gelijke rechten' is het gevolg van de leer van Jezus. Historicus Will Durant zei van Jezus: "Hij leefde en vocht zonder ophouden voor 'gelijke rechten'; in onze tijd was hij naar Siberië verbannen. 'De belangrijkste van u zal uw dienaar zijn' - dat is de omkering van alle politieke logica, van alle rede."2

Sommigen hebben geprobeerd om Jezus' zedenleer te scheiden van zijn beweringen over zichzelf, omdat ze ervan uit gingen, dat hij eenvoudig een groot mens was, die grote morele principes verkondigde. Dit was de aanpak van een van de stichters van Amerika:

President Thomas Jefferson, als altijd de Verlichte rationalist, ging zitten aan zijn tafel in het Witte Huis, met twee exemplaren van het Nieuwe Testament, een scherp mesje en een blad papier. Na een paar avonden had hij snel zijn eigen bijbel bij elkaar geplakt. En hij noemde dat dunne boekje: "De filosofie van Jezus van Nazareth." Nadat hij elke passage had weggesneden, die in de buurt kwamen van Jezus' goddelijke natuur, had Jefferson een Jezus overgehouden die niets meer of minder was dan een goede, ethische leidsman.3

Ironisch genoeg zijn Jefferson's gedenkwaardige woorden in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 gebaseerd op Jezus' leerstelling, dat iedereen van groot en gelijk belang is voor God, zonder aanzien van sekse, ras of sociale status. Het beroemde document gaat verder: "Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij door hun Schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd..."

Maar de vraag die Jefferson niet beantwoordt is: hoe kan Jezus een grote zedenleraar zijn, als hij nota bene gelogen heeft over zijn goddelijkheid? Misschien was hij helemaal niet zo moreel hoogstaand, maar was zijn doel om een grote godsdienst op te zetten. Laten we eens zien, of dat Jezus' vooraanstaande positie kan verklaren.

Kik Hier om verder te lezen over: "Is Jezus God?"